Bloot.

Ik loop mezelf al een jaar voorbij.  Voila, ik heb het gezegd. Nu het eruit is en ik dat hier zo zwart op wit zie staan, komt het nog eens dubbel zo hard aan. Ik loop te ploeteren, te zuchten en te klagen. En ik loop vooral in cirkeltjes.

Een jaar geleden kreeg ik een nieuwe job binnen mijn organisatie. Tof hoor, ik had er kei veel zin in. Maar die job leek toch wel net iets te veel uitdaging te zijn en ik had heel hard het gevoel dat ik alles maar wat had uit te zoeken. Dat maakte dat ik maandag met goede moed richting werk fietste, maar meestal tegen woensdagavond pompaf weer richting huis trapte. Dat was ongeveer de eerste helft van het afgelopen jaar zo. De laatste maanden kwam daar bovenop dat ik op zondagavond de slaap niet kon vatten omdat mijn hoofd overspoeld raakte door een berg to do’s. Ik haalde zelfs maandagavond niet meer om fris en monter naar huis te fietsen. De laatste weken wordt dit zelfs al eens gevolgd door een paniekaanval. Huilbuien zijn mij niet vreemd. Zombiehouding evenmin. En toch, ik hou me recht. Vraag je mij “Hoe is ‘t?”, antwoord ik meestal “Goed hoor!”. Als ik de deur van mijn emotioneel brein op een kier zet voor mijn al-dan-niet toevallige gesprekspartner krijgt die hoogstens een minder enthousiaste “Ca va wel.”. De enkelingen die dicht genoeg komen krijgen de huilbui inclusief liters snot over zich heen. Als een tsunami die niet meer tegen te houden is. Mijn directe omgeving krijgt een schim van mezelf in return. Ik doe zowat alles tegen mijn goesting omdat ik gewoon de fut niet meer vind om buiten mijn werkuren ook nog even happy happy joy joy rond te lopen. Elk familie-etentje, elk uitje, ik moet mij daar echt voor opladen. Maar het lijkt alsof ik een veel te oude heroplaadbare batterij ben: hoe lang je die ook in de lader steekt, die raakt maar half opgeladen.

En elke maand krabbel ik overeind (insert die eerder genoemde cirkeltjes), denkend dat het wel zou beteren. Er zijn pieken dat het goed gaat en dat ik toch een sprankeltje energie vind om die steeds langer wordende dalen te overbruggen. Dat is dan een vakantie, of dat ene leuke project binnen mijn job. Iets wat mij toch maar dat broodnodige vuur gaf om al die rotzooi die “part of the job” is op te lichten. Maar het betert niet, integendeel. Mijn reserve raakt op, ik voel dat aan heel mijn zijn. 

Hoe lang gaan wij in deze maatschappij onze ogen nog sluiten voor die zo fel gegeerde work-life balans? Wanneer gaan we eens door hebben dat vrouwen ook ambities hebben naast een gezinsleven, maar dat niet wil zeggen dat je hen dan maar moet uitpersen als een citroen? En dat de economische waarde en zorgcapaciteiten van mannen en vrouwen hoogdringend gelijk moet gesteld worden?
Hoe lang gaan organisaties nog besparen op personeel en tegelijkertijd niet knippen in de aangeboden dienstverlening? Functies worden geschrapt en taken gewoon verdeeld over het resterende personeel. Hoeveel rek zit er zo op een mens? Ik vraag mij dat echt oprecht af.

Ik snap dat mensen daaraan onderdoor gaan. Hell, ik kreeg bij aanvang van mijn nieuwe job letterlijk de boodschap “Leiding geven is een eenzame functie.” Qua demotivational speech kan dat wel tellen. Die woorden prikken op regelmatige basis nog een onderhuidse enthousiaste bubbel kapot.

Gelukkig heb ik doorheen de jaren al wel wat persoonlijke ontwikkeling gevolgd en zoals dat gaat met persoonlijke groei loopt ook dat met vallen en opstaan. Maar ik ben ondertussen wel al doordrongen van het motto “If it is to be, it ’s up to me”. Ik zal altijd blijven zoeken naar een oplossing die mij dient. Ik heb een vragende hand uitgestoken naar mijn werkgever, maar die werd niet beantwoord. Dus zocht ik verder naar tips en tricks, naar die ene lifehack die mij wel weer op het juiste spoor zou zetten. De grootste kracht die IK immers zelf bezit, is de kracht van de keuze. Kies ik ervoor om hier verder te ploeteren of neem ik het heft in handen om “nee” te leren zeggen, om weer in mezelf te geloven en mijn eigenwaarde terug op de kaart te zetten? Laat ik mijn agenda overspoelen met vergaderverzoeken zoals opstijgend rioolwater in je gootsteen of neem ik controle over mijn kostbare tijd? Hou ik vast aan mijn huidige context of kies ik ervoor om mijn normen en waarden te verhuizen naar betere oorden?

Die verantwoordelijkheid ligt volledig bij mij. Ik heb de antwoorden op die vragen in mij. Sowieso. Dus ben ik altijd op zoek. Never not-learning. Ik ben niet vies van wat één-op-één coaching zo nu en dan, luister naar menig inspirerende podcasts die relevant zijn voor de struggles van het moment en volg jaarlijks een meerdaagse cursus rond emotionele en spirituele groei. Dat is MIJN keuze. Mijn manier om te dealen met de shit die mij overkomt. Mijn manier om mijn menselijkheid te behouden in een systeem dat hoe langer hoe meer ontmenselijkt raakt.

P.S.: Wil je eens een goede motivational speech horen? Check dan zeker deze!  

Huiswerk

Een gewone doordeweekse schooldag. Huiswerktijd. Boets zit in het eerste leerjaar, dus ik zet mij samen met hem aan tafel. Hij moet een tekst lezen en daarover enkele oefeningen maken, niets bijzonder dus. Hij begint hardop te lezen en ik verslik mij bijna in mijn tas soep. De tekst draagt de titel “Mama doet het niet meer” en is nogal euh, hoe zeg ik dit netjes, genderklassiek opgevat. Kort samengevat: Mama is duidelijk een onderdanige huisvrouw en is het beu om alles te moeten doen, ze wil ook wel eens vrij zijn. Papa is wat verbaasd, maar kookt dan toch soep en bakt een ei voor het gezin. De 2 kinderen helpen (ogenschijnlijk éénmalig) met afruimen en afwassen.
Voor de oefening die bij de tekst hoort moet hij een plaatje verbinden met de juiste zin. De handelingen die mama daar doet zijn afwassen, bakken, koken, een jas maken, …

Wel, lieve Boets, dat wil ik toch wel graag even rechtzetten.  

Ik ben eerst en vooral supertrots dat dat lezen van jou al zo goed gaat. Je doet je best, dat zie ik. Ik hoop alleen dat je binnenkort andere teksten onder je neus krijgt. Ik weet wel dat dit maar een klein onderdeel is van alle (levens)lessen die je zal leren, maar als moeder van 3 zonen valt zo’n tekst toch extra zwaar op mijn maag. Dit is niet het wereldbeeld dat jouw papa en ik jou en je broers willen voorschotelen en dat is dan ook niet de manier waarop wij ons leven leiden. Net daarom blijven we meermaals herhalen dat het huishouden teamwerk is en dat we er alle 5 ons steentje in hebben bij te dragen. Klopt, ik kook het vaakst, maar aan de lasagne of het stoofvlees (om maar iets te noemen) van papa kan ik niet tippen. En ja, ik sorteer de vuile was en stop deze in de wasmachine, maar ’t is papa die de was plooit en in de kasten legt. En de vaatwasser, de tafel dekken, opruimen, … dat is jullie aandeel. Want wij hebben alle 5 onze dagtaak, dus is het maar net zo eerlijk dat we dan ook samen het huishouden doen zodat we nadien samen gezellig in de zetel kunnen ploffen. Dus als je volgende keer nog eens met je ogen rolt als ik vraag om de tafel te dekken, zal ik extra hard beseffen dat ik goed bezig ben. Want je wereldbeeld wordt niet alleen gevormd door wat je hier in huis ziet, maar ook door alles wat je daarbuiten meemaakt. Dus boks ik met plezier op tegen wat daar soms de norm blijkt te zijn. Want ik weiger mijn jongens later als mannen af te leveren die denken dat ze workaholic moeten worden omdat dat de enige manier is dat ze kunnen bijdragen aan hun gezinsleven. Hoe jij en je partner later de taken verdelen, is volledig jullie beslissing, maar ik wil je op z’n minst alle opties aangereikt hebben. En als het later in jouw gezin zo zou zijn dat er iemand van jullie beide deeltijds (of niet meer) zou gaan werken omwille van de zorg voor de kinderen, hoop ik van harte dat je dit samen met je partner bespreekt en dat jullie allebei even betrokken zijn als ouder zodat je ook dat eerlijk kan verdelen.  

Kunnen we dat afspreken? Dat je de ander altijd als een gelijke zal zien? En je jezelf nooit hoger of lager dan een ander zal plaatsen? Je hebt een gouden hart, dus laat je niet meeslepen door die speelplaatslingo waar “meisje” als plaagwoord wordt gebruikt. Ik zal dit met vuur blijven tegenspreken totdat jij op een dag de meisjes met datzelfde vuur zal verdedigen.  

Liefs, 
je moeke